Belangrijk verschil: Watercyclus of Hydrologische cyclus of de H 2 O-cyclus beschrijft de continue beweging van water van, boven en onder het aardoppervlak. Het is de reis, die het water neemt als het van het land naar de hemel en weer terug circuleert. Deze cyclus handhaaft de waterconsistentie op de hele aarde.
De waterkringloop wordt ook wel een hydrologische cyclus of de H 2 O-cyclus genoemd. Bijna 70% van de aarde bestaat uit water; het is de natuurlijke bron die in de natuur bestaat. De hoeveelheid water blijft redelijk constant op het aardoppervlak vanwege de respectieve cycli. Water blijft van de grond naar de lucht worden geregeld en vervolgens via verdamping, precipitatie en wolkenvormingsmethoden weer op de grond. Ook is de verdeling van water niet overal uniform, het blijft veranderen, maar de watercycli handhaven de uniforme hoeveelheid. De water- of hydrologische cyclus is volledig afhankelijk van de hoeveelheid neerslag op het grondoppervlak.
Cyclus proces:
Water of Hydrologische cyclus wisselt energie uit, wat leidt tot verandering in temperaturen. In het begin verdampt het water door de energie uit de omgeving te halen, dit proces koelt de omgeving af. Dus, wanneer het condenseert, geeft het energie af en verwarmt het de omgeving. Van deze warmtewisseling wordt het klimaat beïnvloed. De verdampingsfase van de cyclus zuivert water dat het land vervolgens aanvult met zoet water. Deze verdampingsfase in de cyclus zuivert het water dat het land met zoet water aanvult. Het water wordt verder geaccumuleerd in de wolken en verdampt in de wolken. Wanneer de wolken zwaar worden of vol raken met deze opeenhopingen barsten ze uit in de vorm van neerslag op de grond. Dit geeft aanleiding tot het regenseizoen en vult de grond met water op de grond.
- Neerslag: Gecondenseerde waterdamp die in de vorm van participatie naar het aardoppervlak valt.
- Luifel Onderschepping: De neerslag onderscheppen de door planten gebladerte; uiteindelijk verdampt terug naar de atmosfeer en valt daarom op de grond.
- Snowmelt: De afvoer, zo gevormd, wordt geproduceerd door smeltende sneeuw.
- Infiltratie: de waterstroom van het grondoppervlak naar de grond. Eenmaal geïnfiltreerd, wordt het water bodemvocht of grondwater.
- Verdamping: de transformatie van water van vloeistof naar gasfasen wanneer deze zich van de grond of watermassa's naar de overliggende atmosfeer verplaatst.
- Sublimatie: de toestand verandert direct van vast water (sneeuw of ijs) in waterdamp.
- Condensatie: de transformatie van waterdamp in vloeibare waterdruppels in de lucht, waardoor wolken en mist ontstaan.
- Transpiratie: De afgifte van waterdamp uit planten en bodem in de lucht. Waterdamp is een gas dat niet kan worden gezien.
- Percolatie: Water stroomt horizontaal door de bodem en rotsen onder invloed van de zwaartekracht.
Vandaar dat de water- of hydrologische of H 2 O-cyclus de meest voorkomende vorm van cyclus is die de waterconsistentie op het aardoppervlak handhaaft en water in de natuur levert. Water wordt het meest essentiële bestanddeel en wordt door deze cyclus verkregen en onderhouden. Vandaar dat de hydrologische cyclus de belangrijkste cyclus in de natuur is.