Belangrijkste verschil: ofwel betekent 'een van de twee', terwijl geen van beide 'geen van de beschikbare keuzes' betekent.
Engels is een moeilijke en verwarrende taal voor iemand die geen Engelse moedertaalspreker is. Er zijn veel woorden die dezelfde betekenis hebben, maar er anders uitzien, terwijl andere woorden er hetzelfde uitzien, maar totaal verschillende dingen betekenen. Hoewel beide en geen van beide hetzelfde kunnen lijken in de spelling, zijn beide woorden verschillend in termen van gebruik en betekenis.
Beide kunnen worden gebruikt als bijvoeglijk naamwoord, voornaamwoord, voegwoord en bijwoord. Het kan worden gebruikt om naar een van de keuzes uit het gegeven te verwijzen. Een andere betekenis van het woord kan het woord in negatieve clausules plaatsen, gebruikt in plaats van of ook. De term is afgeleid van het oude Engelse woord 'ǣghwæther' wat 'both, each' betekent. Het meest voorkomende gebruik van een van beide wordt gebruikt om te verwijzen naar een van de twee keuzes die worden gegeven.
Dictionary.com definieert 'either' als:
Bijvoeglijk naamwoord
- een of de andere van twee
- elk van twee; de een en de ander
Voornaamwoord
- de een of de ander
Conjunctie
- een coördinerende conjunctie die, wanneer een woord of uitspraak voorafgaat, gevolgd door de disjunctieve of, de mogelijkheid van keuze benadrukt: ofwel komen of schrijven.
Bijwoord
- ook; te; ook; in dezelfde mate (gebruikt na negatieve clausules gecoördineerd door en / of of niet, of na negatieve ondergeschikte clausules)
Voorbeelden van 'één':
- Aan weerszijden van de rivier staan bomen.
- Je kunt aan beide uiteinden van de tafel zitten.
- Er zijn twee wegen naar de stad en je kunt een van beide nemen.
- Een van de twee pennen doet het.
- Hij is niet dol op feesten, en ik ook niet.
- Als je niet komt, zal ze ook niet komen.
- Of je laat me met rust of ik bel de politie.
- We moeten koffie of thee brengen.
Dictionary.com definieert 'geen van beide' als:
Conjunctie
- ook niet, als van personen of dingen gespecificeerd (meestal gevolgd door noch)
- noch; Nog niet; niet meer
Bijvoeglijk naamwoord
- ook niet; niet de een of de ander
Voornaamwoord
- ook niet; niet één persoon of de ander; niet het een of het ander
Voorbeelden van 'geen':
- John en Betty zijn niet thuis.
- Bob kan niet gaan, en ik ook niet.
- Als ze het niet wil, ik ook niet.
- Geen van beide verklaringen is waar.
- Geen van de suggesties zal doen.
- Geen van beiden is te vertrouwen.
- Ik zal je niet helpen, noch naar mijn kamer gaan.
- Ik spreek geen Spaans. Ik ook niet.