Belangrijkste verschil: demoraliseren en demotiverend zijn beide bijvoeglijke naamwoorden. Demoraliseren houdt verband met de vernietiging van vertrouwen en kracht, terwijl demotiveren gepaard gaat met de vernietiging van gretigheid en enthousiasme om een bepaalde taak uit te voeren. In veel opzichten hebben ze betrekking op elkaar.
Demotiveren en demoraliseren zijn twee woorden die vaak verwarring creëren en vaak gebruiken mensen ze door elkaar. Ze verschillen echter allebei van elkaar.
Demoraliseren is een adjectief dat in connotatie wordt gebruikt om de betekenis 'destructief voor moraal en zelfredzaamheid' te demoraliseren, terwijl demotiveren een adjectief is dat wordt gebruikt om 'iemand zijn enthousiasme en interesse te laten verliezen'. Vaak worden ze ook samen gebruikt als een zin 'demoraliserend en demotiverend'.
Demoraliseren houdt verband met verlies of vernietiging van vertrouwen, discipline en moed. Demoralisatie kan om verschillende redenen optreden. Matt was bijvoorbeeld erg enthousiast over het werken in een nieuw project, maar de manager bespotte hem en vertelde hem dat hij helemaal niet geschikt was voor dit kritieke project. Dit was behoorlijk demoraliserend voor Matt en hij verloor zijn geest. We kunnen dus stellen dat een demoraliserende daad altijd iemands zelfvertrouwen schaadt en iemand ook ellendig laat voelen over zichzelf.
Demotiveren beschrijft iets dat de persoon demotiveert. Het is gewoon omgekeerd van motivatie. Motivatie is gerelateerd aan de inspiratie die
Raadpleeg hetzelfde voorbeeld als beschouwd voor het woord demoralisatie. Matt was gedemoraliseerd, nu werkte hij aan een ander project. Nu heeft hij geen zin om aan dat project te werken, hij wil het project gewoon in het midden laten. In deze context was de mening van zijn baas ook demotiverend, afgezien van demoraliserend.
Over het algemeen worden beide woorden samen gebruikt, omdat de meeste handelingen die demoraliserend zijn, ook demotiverend zijn en hetzelfde als omgekeerd. Enkele van de voorbeelden staan hieronder:
- Hij begon zijn werknemers te demotiveren. (Dit kan het werk beïnvloeden, omdat werknemers niet langer zin hebben om te werken.)
- Zijn bedrijf verandert alle demotiverende beleid. (Verwijzend naar het beleid waardoor de motivatie van de werknemers werd vernietigd.)
- De nederlaag was demoraliserend voor hen.
- Zijn werkloosheid is de grootste demoraliserende factor voor hem.
- Hij was beu door de demotiverende en demoraliserende opmerkingen van zijn vader.