Belangrijk verschil: alcohol is een chemische verbinding en heeft verschillende toepassingen in plaats van alleen om te drinken. Liquor is een gedistilleerde alcoholische drank gemaakt voor consumptie.
Alcohol is elke stof die een chemische samenstelling heeft waarin de hydroxyl functionele groep (-OH) is gebonden aan een koolstofatoom. Er zijn verschillende soorten alcohol, waaronder acyclische alcoholen, ethanol, methanol, isopropylalcohol, enz. Bij kamertemperatuur is alcohol een heldere vloeistof die minder dicht is van aard en verdampt bij een lagere temperatuur dan water. Het lost gemakkelijk op in water en is licht ontvlambaar. In de context van drinken kan alcohol niet in zijn pure vorm worden ingenomen omdat het zeer gevaarlijk en giftig kan zijn. Het kan zelfs coma of de dood bij mensen veroorzaken.
Alcohol kan op drie verschillende manieren worden gemaakt, via fermentatie van fruit- of graanmengsels, een chemische modificatie van fossiele brandstoffen zoals olie, aardgas of kolen, of via een combinatie van waterstof en koolmonoxide. Alcohol heeft verschillende toepassingen; het kan worden gebruikt als antivriesmiddel, als antisepticum, als brandstof, als conserveermiddel en als oplosmiddel.
Een alcoholische drank is een drank die ethylalcohol (ethanol) bevat. Ethanol is een psychoactieve drug en is een van de oudste recreatieve drugs die de mensheid kent. Het is verantwoordelijk voor de staat van alcoholintoxicatie bij mensen wanneer het wordt geconsumeerd. Een alcoholische drank wordt gemaakt door een methode voor het vergisten van graan, fruit of groenten. Er zijn vier hoofdtypen alcoholische dranken, bier, wijn, cider en sterke drank (sterke drank).
Liquor is een gedestilleerde alcoholische drank. Het wordt meestal geproduceerd door gegist graan te distilleren. Er zijn verschillende soorten drank waaronder rum, gin, wodka, whisky, cognac, etc. De term 'drank' komt van het Latijnse woord 'liquere', wat 'vloeibaar zijn' betekent. De term werd pas in de 16e eeuw in de context van alcohol gebruikt. Drank, voornamelijk cognac en whisky, werd oorspronkelijk ontwikkeld rond de 12e en 13e eeuw in delen van Europa en Azië voor medicinale doeleinden. Alcohol heeft de hoogste ethanolconcentratie onder de verschillende soorten alcoholische dranken.
Ethanolconcentratie (per volume) voor verschillende soorten alcoholische dranken:
- Bier = 4% tot 6% (gemiddeld ongeveer 4, 5%)
- Wijn = 7% tot 15% (gemiddeld ongeveer 11%)
- Champagne = 8% tot 14% (gemiddeld ongeveer 12%)
- Gedistilleerde dranken (bijv. Rum, gin, wodka, whisky) = 40% tot 95%. De meeste typische sterke dranken die in slijterijen worden gekocht, zijn 40% alcohol. Sommige sterk geconcentreerde vormen van rum en whisky (75% tot 90%) kunnen worden gekocht in slijterijen.
Effecten van alcoholgebruik op verschillende niveaus van bloedalcoholgehalte (BAC).
- Euphoria (BAC = 0, 03% tot 0, 12%)
- Opwinding (BAC = 0, 09% tot 0, 25%)
- Verwarring (BAC = 0, 18% tot 0, 3%)
- Stupor (BAC = 0, 25% tot 0, 4%)
- Coma (BAC = 0, 35% tot 0, 5%)
- Dood (BAC meer dan 0, 5%)