Belangrijk verschil: Attention Deficit-Hyperactivity Disorder (ADHD) is een medische aandoening die wordt gekenmerkt door overmatige onoplettendheid, hyperactiviteit en impulsiviteit. ADD is een oudere term die wordt gebruikt om te verwijzen naar Attention Deficit Disorder. Dit type staat nu bekend als overwegend onoplettend (ADHD-PI of ADHD-I), een subset van ADHD.
Er zijn verschillende oorzaken voor ADHD, waaronder genetica, voeding en de sociale en fysieke omgeving. ADHD komt voor bij een persoon wanneer neurotransmitters minder actief zijn in het gebied van de hersenen dat de aandacht regelt. Hierdoor heeft de persoon een korte aandachtsspanne. ADHD is beschouwd als zeer erfelijk en het is bewezen dat het vaker voorkomt bij patiënten met een voorgeschiedenis van ADHD in hun familie. Alcohol en sigaretten tijdens de zwangerschap hebben ook te maken met de ontwikkeling van ADHD. Veel onderzoekers hebben ook geprobeerd om ADHD te koppelen aan evolutie, waar ADHD voorkomt bij een patiënt die de voorkeur heeft van natuurlijke selectie. Paediatric Allergist, Benjamin Feingold, vond in 1973 dat bepaalde kleurstoffen voor voedingsmiddelen additieven kunnen bevatten die het gedrag van kinderen kunnen beïnvloeden. Hoewel er aanwijzingen zijn dat sommige voedselkleuring kinderen hyperactief kan maken, is de link tussen kleurstof en ADHD nog steeds onduidelijk.
Diagnostisch en statistisch handboek voor psychische stoornissen (DSM-IV), vierde editie classificeert ADHD in drie subtypen: overwegend onoplettend (ADHD-PI of ADHD-I), overwegend hyperactief-impulsief (ADHD-HI of ADHD-H), of de twee gecombineerd (ADHD-C). Patiënten met het eerste subtype hebben moeite zich op één taak tegelijk te concentreren. Ze vertonen symptomen zoals gemakkelijk afgeleid zijn, vergeetachtigheid, dagdromen, desorganisatie, slechte concentratie en problemen bij het voltooien van taken. Patiënten met het tweede subtype hebben moeite om op één plaats te zitten en zijn vaak impulsief en onbezonnen. Ze vertonen symptomen zoals overmatig wriemelen en rusteloosheid, hyperactiviteit, moeite met wachten en blijven zitten, onvolwassen gedrag; destructief gedrag kan ook aanwezig zijn. Het derde subtype is eigenlijk een combinatie van de eerste twee subtypen en de persoon vertoont symptomen van beide.
ADD is een oudere term die wordt gebruikt om te verwijzen naar Attention Deficit Disorder. Dit type staat nu bekend als overwegend onoplettend (ADHD-PI of ADHD-I), een subset van ADHD. De term ADD is niet langer een diagnose. De officiële diagnose is ADHD-PI of ADHD-I. De term ADD is echter blijven hangen en wordt nog steeds algemeen gebruikt om onofficieel naar de aandoening te verwijzen.
Kinderen met ADD zijn niet oplettend; ze zijn echter niet hyperactief of impulsief. Kinderen met ADD hebben moeite zich te concentreren op één taak tegelijk. Ze zijn vaak snel afgeleid, vergeetachtig, dagdromen, ongeorganiseerd, hebben een slechte concentratie en moeite met het voltooien van taken.
ADD en ADHD is niet te genezen, maar het is hanteerbaar tot het punt waarop het de dagelijkse activiteiten van de persoon niet verstoort. De behandeling omvat een combinatie van positieve gedragsondersteuning (PBS), veranderingen in levensstijl, counseling en medicatie. De persoon moet de therapie bijwonen, inclusief gedragstherapie, cognitieve gedragstherapie (CBT), interpersoonlijke psychotherapie (IPT), gezinstherapie, enz. Stimulerende middelen worden meestal niet aan kinderen gegeven, maar kunnen aan volwassenen worden voorgeschreven om de stoornis te helpen beheersen.