Belangrijkste verschil: NAS, een afkorting voor Network Attached Storage is een bestandsgegevensopslag op een computernetwerk die toegang biedt tot clients. SAN, een afkorting voor Storage Area Network, is een speciaal netwerk waarmee meerdere gebruikers toegang hebben tot gegevensopslag op blokniveau.
NAS, een afkorting voor Network Attached Storage (NAS), is een opslag van computerdata op bestandsniveau die is verbonden met een computernetwerk dat toegang biedt tot clients. NAS werkt alleen op bestandsniveau, wat betekent dat het uit zal komen als een gedeelde map voor de mensen die toegang hebben tot dit opslagsysteem. NAS wordt gefabriceerd als een computerapparaat dat is gebouwd als een gespecialiseerde computer met als voornaamste doel het opslaan en bedienen van bestanden. Voordelen van het gebruik van een NAS zijn snellere gegevenstoegang, eenvoudiger beheer en eenvoudige configuratie. NAS-systemen zijn netwerktoestellen die een of meer harde schijven bevatten, vaak gerangschikt in logische, redundante opslagcontainers of RAID.
Beide servers verschillen op veel manieren van elkaar. SAN is vaak handig voor langeafstandsopslag, terwijl NAS handig is voor lokale opslag. NAS slaat op bestandsniveau op, terwijl SAN op blokniveau opslaat. SAN's zijn ontworpen om hoge prestaties, flexibiliteit in gebruik en schaalbare opslagomgeving te bieden. SAN's kunnen de reeds beschikbare netwerkswitch of iSCSI gebruiken om verbinding te maken met een server. Met NAS kunnen clients overal in het gebouw toegang krijgen tot de gegevens als ze op de server zijn aangemeld. NAS of SAN kopen is afhankelijk van het type bewerking dat wordt uitgevoerd en de kosten. NAS is relatief goedkoper dan SAN.
NAS | SAN | |
Volledige vorm | Netwerkgebonden opslag | Storage Area Network |
Definitie | NAS is een computeropslag op bestandsniveau die is verbonden met een computernetwerk dat toegang biedt tot clients. | SAN is een speciaal netwerk waarmee meerdere gebruikers toegang hebben tot gegevensopslag op blokniveau. |
Niveau van gegevensopslag | Bestandsniveau | Blokkeer niveau |
Verbinding | Bijna elke machine die verbinding kan maken met een LAN kan NFS, CIFS of HTTP-protocol gebruiken om verbinding te maken met een NAS en bestanden te delen. | Alleen serverklasse SCSI of Fibre Channel kan verbinding maken met SAN. |
Hoe het gegevens identificeert | Identificeert gegevens op bestandsnaam en bytecorrecties, draagt bestandsgegevens of bestandsmetagegevens over en behandelt beveiliging, gebruikersauthenticatie, bestandsvergrendeling | Een SAN adresseert gegevens op schijfbloknummer en draagt ruwe schijfblokken over. |
Informatie delen | maakt een grotere uitwisseling van informatie mogelijk, met name tussen ongelijksoortige besturingssystemen | Bestanden delen is afhankelijk van het besturingssysteem en bestaat niet in veel besturingssystemen. |
Beheerd door | Beheerd door NAS-hoofdeenheid. | File Systems wordt beheerd door servers. |
Back-ups en spiegels | Zijn gedaan op bestanden, niet op blokken, voor een besparing in bandbreedte en tijd | Vereist een blok voor blok-kopie, zelfs als blokken leeg zijn. Een spiegelmachine moet qua capaciteit gelijk zijn aan of groter zijn dan het bronvolume. |