Belangrijkste verschil: klimaat is de gemiddelde omstandigheden die over een aantal jaren op een bepaalde plaats worden verwacht. Het seizoen is een van de vier periodes van het jaar: lente, zomer, herfst en winter.
Klimaat en seizoen zijn twee woorden die vaak worden gehoord in de meteorologie. Seizoen en klimaat zijn totaal verschillend van elkaar. Het belangrijkste verschil tussen beide is dat het seizoen met vier verschillende perioden in een jaar verandert, terwijl het klimaat gedurende langere perioden niet verandert.
Het klimaat kan veranderingen waarnemen, maar deze veranderingen vinden langzaam en over een lange periode plaats. Vanwege de opwarming van de aarde veroorzaakt het smelten van gletsjers bijvoorbeeld sneeuw op plaatsen waar het nog nooit gesneeuwd heeft. Het klimaat van een locatie wordt beïnvloed door de breedte, het terrein en de hoogte, evenals de nabijgelegen waterlichamen en hun stroming. Klimaat wordt bepaald door de statistieken van temperatuur, vochtigheid, atmosferische druk, wind, neerslag, atmosferische deeltjesaantal en andere meteorologische elementaire metingen.
Andere dan de vier seizoenen, de twee seizoenen, de pre-lente en de late zomer, zijn ook opgenomen door de ecologen voor temperatuurregio's. De schaduwen veranderen ook met de veranderende seizoenen. De bijna cirkelvormige baan van de aarde rond de zon zorgt ervoor dat we verschillende schaduwen op verschillende tijdstippen zien.
Vergelijking tussen klimaat en seizoen:
Klimaat | Seizoen | |
Definitie | Klimaat is de gemiddelde omstandigheden die over een aantal jaren op een bepaalde plaats worden verwacht. | Het seizoen is elk van de vier afdelingen van het jaar (lente, zomer, herfst en winter), gemarkeerd door specifieke weerspatronen en uren met daglicht, die het gevolg zijn van de veranderende positie van de aarde ten opzichte van de zon. |
Oorsprong van het woord | Laat Midden-Engels: van het Oudfrieks klimaat of laat-Latijnse clima, klimat-, van Griekse klima 'helling, zone', van klinein 'tot helling'. | Midden-Engels: van Oud-Franse seson, van Latijnse satio (n-) 'zaaien', later 'tijd van zaaien', van de wortel van serere 'zaaien'. |
Components | Het klimaat kan neerslag, temperatuur, vochtigheid, zonneschijn en windsnelheid, verschijnselen als mist, vorst en hagelbuien over een lange tijdsperiode omvatten. | Het seizoen kan weersomstandigheden omvatten, waaronder zonneschijn, regen, bewolking, winden, hagel, sneeuw, ijzel, ijzel, overstromingen, sneeuwstormen, ijsstormen, onweersbuien, gestage regens van een koude voorkant of warme voorkant, overmatige hitte, hittegolven en meer. |
Bepaald door | Aggregatie van weerstatistieken over perioden van 30 jaar. | De veranderingen in het weer, ecologie, uren daglicht. |
Studie | climatologie | Meteorologie |