Belangrijk verschil: 'Daar' en 'Hun' zijn twee verschilwoorden die twee heel verschillende betekenissen aanduiden. 'Er' wordt gebruikt om een locatie aan te duiden. 'Hun', aan de andere kant, is een voornaamwoord dat wordt gebruikt om bezit aan te duiden, zoals mijn, zijn, haar, hun.
'Daar' en 'Hun' zijn twee verschilwoorden die twee heel verschillende betekenissen aanduiden. 'Er' wordt gebruikt om een locatie aan te duiden. 'Hun', aan de andere kant, is een voornaamwoord dat wordt gebruikt om bezit aan te duiden, zoals mijn, zijn, haar, hun. Laten we naar de definitie kijken.
Dictionary.com definieert 'There' als:
- In of op die plaats (in tegenstelling tot hier): ze is er nu.
- Op dat moment in een actie, toespraak, enz. Hij stopte daar voor applaus.
- Wat dat betreft, bijzonder of respect: zijn woede was daar gerechtvaardigd.
- Naar of naar die plaats; daarheen: we zijn er vorig jaar heen gegaan.
- (Gebruikt ter attentie van iets of iemand): daar gaan ze.
- In of op die plek waar je bent: Nou, hallo daar.
- (Wordt gebruikt om een zin of een zin te introduceren waarin het werkwoord vóór zijn onderwerp komt of geen aanvulling heeft): Er is geen hoop.
- Die plaats: hij komt ook van daar.
- Dat punt.
- Die staat of toestand: ik zal je haar voorstellen, maar vanaf dat moment sta je er alleen voor.
- (Gebruikt voor nadruk, vooral na een zelfstandig naamwoord aangepast door een demonstratief bijvoeglijk naamwoord): Vraag die man daar.
Dictionary.com definieert 'Their' als:
- Een vorm van het bezittelijke geval dat ze gebruikten als een attributief bijvoeglijk naamwoord, voor een zelfstandig naamwoord: hun thuis; hun rechten als burgers; hun vertrek naar Rome.
- (Gebruikt na een onbepaald enkelvoudig antecedent in plaats van de definitieve mannelijke vorm zijn of de bepaalde vrouwelijke vorm van haar): Iemand heeft zijn boek op tafel gelegd. Heeft iedereen zijn lunch meegenomen?
In wezen is 'daar' een locatie. Het wordt gebruikt om een plaats aan te geven, een plaats die er niet is. Dit is een gemakkelijke manier om het gebruik van daar te onthouden; het is hier het tegenovergestelde van het woord. Bijvoorbeeld: "Ik woon hier niet." Het woord 'hier' is in feite een deel van het woord 'daar'.
Voorbeelden van 'There':
- Ik wil daar niet heen omdat het te koud is.
- Er was eens een prinses die in een kikker veranderde.
- Leg het daar maar.
- Wat is dat daar?
- Er is een antiekwinkel op Camden Avenue.
- De wetenschappelijke handboeken staan daar op de vloer.
- Er zijn veel documenten die worden gebruikt in onderzoeken.
- Er is hier een picknickplaats en een monster en een camping aan de overkant.
- De bal is daar.
Voorbeelden van 'hun':
- Ze was jaloers op hun dure schoenen.
- Dit zijn hun dingen.
- Wat is hun telefoonnummer?
- Hun huis is aan het afbranden.
- Mijn vrienden hebben hun kaartjes verloren.
- Hun spullen waren lukraak over het kantoor verspreid.
- Dat is hun bal.