Belangrijk verschil: sterren en planeten zijn twee verschillende typen astronomische objecten die in ons universum bestaan. Een planeet is een groot object dat rond een ster of een sterrenrest draait en een atmosfeer heeft. Een ster daarentegen is een enorme, lichtgevende bol van plasma die wordt samengehouden door zijn aantrekkingskracht. Een zonnestelsel bestaat meestal uit satellieten rond planeten, die op hun beurt rond een ster draaien.
De zwaartekracht van de planeet is sterk genoeg dat het de planeet ertoe brengt om afgerond te zijn, dwz haar materie in een bolvorm te verbinden. Een planeet heeft ook zijn naburige regio van enig ander puin opgeruimd. De planetesimalen, dat wil zeggen ander puin, moeten ofwel worden opgenomen in de planeet, of als het groot genoeg is om een eigen zwaartekracht te hebben, kan het een satelliet van de planeet worden, maw of zal gewoon wegzweven in de ruimte.
Een ster daarentegen is een enorme, lichtgevende bol van plasma die wordt samengehouden door zijn aantrekkingskracht. De planeten draaien om de ster. Het voor de hand liggende voorbeeld hiervan is de aarde, die een planeet is, draait om de dichtstbijzijnde ster in haar omgeving, dwz de zon. De meeste sterren in het universum zijn veel groter dan de zon. Sommige zijn zelfs tot 1.000 keer zo groot. De ster is ook de bron van het grootste deel van de energie op de planeten. De planeten kunnen het licht reflecteren dat door de ster wordt gegoten.
Een zonnestelsel bestaat meestal uit satellieten rond planeten, die op hun beurt rond een ster draaien. Evenzo bestaat ons zonnestelsel uit de zon en acht planeten, inclusief de aarde, en de bijbehorende satellieten of manen. Vanaf de aarde kunnen we veel van de planeten in ons zonnestelsel zien, evenals vele verre sterren. Deze sterren verschijnen als een massa vaste lichtpunten in de lucht vanwege hun immense afstand. Mensen hebben vaak prominente sterren genoemd en hebben ze samengevoegd tot sterrenbeelden.
Sterren bestaan meestal uit twee gassen, waterstof en helium. Planeten, aan de andere kant, zijn voornamelijk gemaakt van steen en mineralen. Sterren bevatten atoomenergie in hun midden, waardoor ze heet worden. Deze atoomenergie wordt gebruikt om een kernfusie constant aan te drijven. De ster zet constant waterstofkernen om in heliumkernen. Deze reactie geeft enorme hoeveelheden warmte en licht af.
Er zijn veel verschillen tussen planeten en sterren. Ten eerste draaien planeten rond sterren. Sterren hebben een continue kernreactie die hun kern raakt, waardoor ze heet worden. Planeten absorberen deze warmte en licht en reflecteren het enigszins terug. Planeten hebben sferen, terwijl de hitte van de ster elke kans op een atmosfeer afbrandt.
Bovendien, vanuit hun relatieve positie op aarde, lijkt ster een vaste locatie in de lucht te hebben. Sterren lijken ook te fonkelen als gevolg van zonnevlammen en dergelijke. Andere planeten in ons zonnestelsel lijken elke nacht van plaats te veranderen in de hemel. Dit komt voornamelijk door de baan van de planeten om de zon.
Er zijn veel meer verschillen tussen sterren en planeten en zelfs tussen verschillende soorten sterren. Ze zijn echter te technisch om uitgebreid te bespreken.