Belangrijk verschil: er worden puntkomma's gebruikt om twee verschillende delen samen te voegen in één enkele zin. Dubbele punten worden gebruikt om iets in verband met de zin te introduceren.
De subtiliteiten van de Engelse taal kunnen nogal verwarrend zijn, zowel voor Engelssprekenden als voor niet-Engelssprekenden. Het verschil tussen het gebruik van een puntkomma en een dubbele punt is een van die subtiliteiten. Een puntkomma wordt gebruikt om twee onafhankelijke clausules in één zin te combineren. Aan de andere kant wordt een dubbele punt gebruikt om iets nieuws in de zin te introduceren die direct gerelateerd is aan het eerste deel van de zin.
Een puntkomma, die wordt weergegeven door het symbool (;), wordt gebruikt om een zin in twee verschillende delen te scheiden. Een andere manier om dit te zeggen is dat het de relatie tussen twee onafhankelijke clausules laat zien. Een onafhankelijke clausule is in feite een complete gedachte. Mike ontving bijvoorbeeld een verhoging; zijn salaris bijna verdubbeld.
Puntkomma's worden gebruikt in de volgende situaties:
- Vóór conjuncties (bijvoorbeeld ... is waar, maar de andere ...)
- Vóór overgangszinnen (bijv. ... hij wist het, als gevolg daarvan was ik ...)
- In lijsten (bijv. De meester, 71 jaar oud, de bediende, 21 jaar)
- Een zin verlengen (bijv. Het was serieus, ik brak een been)
Een dubbele punt, vertegenwoordigd door het symbool (:), wordt hoofdzakelijk gebruikt om iets te introduceren of om een detail op te sommen. Ik kan me bijvoorbeeld de volgende bloemen herinneren van top tot teen: rozen, viooltjes en anjers.
Dubbele punten worden gebruikt in de volgende situaties:
- Een zin verlengen (bijvoorbeeld ... één eigenschap: dapperheid.)
- In referenties (bijvoorbeeld Paragraaf 4: Hoofdstuk 2)
- Voor inleidingen (bijvoorbeeld ... het volgende: A en B.)
- Met opsommingstekens (zie hierboven)
- Voor citaten (bijvoorbeeld Lisa zei: "...)
- Om ondertitels van titels te scheiden (bijv. Dubbele punt en puntkomma's: wanneer moet u ze gebruiken)
Voor een nadere toelichting, overweeg dit voorbeeld:
Ben was overstuur. Mary was gewond.
Het gebruik van de periode toont aan dat het twee verschillende zinnen zijn. Er is geen verband tussen hen. Ze toevallig toevallig op hetzelfde moment.
Zie nu wat er gebeurt als een puntkomma wordt gebruikt:
Ben was overstuur; Mary was gewond.
De puntkomma suggereert nu dat de twee uitspraken verband houden. Het suggereert dat de reden voor de emotie van Ben en de pijn van Mary hetzelfde was, misschien waren er betrokken bij een ongeluk.
Laten we nu een dubbele punt proberen:
Ben was boos: Mary was gewond.
Dit suggereert dat de zinnen direct gerelateerd zijn. Er staat dat Ben van streek was omdat Mary gewond was.