Belangrijk verschil : Prepositie is het deel van de spraak dat voorafgaat aan een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord terwijl het wordt uitgedrukt in relatie tot de andere delen van de clausule. Conjunctie is het verbindende woord dat twee zinnen of zinnen met elkaar verbindt.
Bijvoorbeeld:
Een auto wordt op de weg gereden.
Het voorzetsel dat in deze zin wordt gebruikt, is aan, wat de locatie van de auto beschrijft. Evenzo zijn er veel voorzetsels in de Engelse taal die een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord, de plaats, locatie, tijd, enz., Zoals:
- Er staat een vogel in de boom.
- Ik ben dol op muziek.
- De man stond onder de boom.
- Hij rent achter geld aan.
- Ik moet naar Londen om hem te ontmoeten.
Bijvoorbeeld:
Ik ging niet naar school omdat ik me niet goed voelde.
Het woord is de combinatie die in de bovenstaande zin wordt gebruikt. Het verklaart de reden waarom de persoon zijn / haar school niet kon bijwonen. Enkele veel gebruikte conjuncties in de Engelse taal zijn:
- Jack en Jill gingen de heuvel op.
- Het water was warm, maar ik ben niet gaan zwemmen.
- Ik ging zwemmen hoewel het koud was.
- Bel de verhuizers wanneer u klaar bent.
- Nadat ze had geleerd te rijden, voelde Alice zich onafhankelijker.
Vergelijking tussen Preposition en Conjunction:
Voorzetsel | Conjunctie | |
Betekenis | Prepositie is het deel van de spraak dat voorafgaat aan een zelfstandig naamwoord of een voornaamwoord terwijl het wordt uitgedrukt in relatie tot de andere delen van de clausule. | Conjunctie is het verbindende woord dat twee zinnen of zinnen met elkaar verbindt. |
Veelgebruikte voorzetsels / voegwoorden | Op, in, voor, uit, etc. | En, als, maar, hoewel, enz. |
Voorbeeld van gebruik | Je sleutels liggen op de tafel en er staan sokken in de kast. | Je sleutels liggen op de tafel en er staan sokken in de kast. |