Belangrijk verschil : een positief ion en een negatief ion maken deel uit van een atoom of een molecuul. Het belangrijkste verschil tussen de twee ionen is hun netto elektrische lading van het ion, waarbij een positief ion een netto negatieve lading heeft en een negatief ion een netto positieve lading heeft.
In de chemie wordt atoom beschouwd als het kleinste deeltje van een zaak. En materie is wat het hele universum maakte. Dus alle materie, levende of niet-levende organismen bestaan uit atomen. Een atoom bestaat uit een kleine kern, die bestaat uit protonen, neutronen en elektronen. Alleen zijn de protonen en de neutronen aanwezig in het atoom, terwijl de elektronen rond de kern draaien in een speciale cirkelvormige baan.
Ionen worden gedefinieerd als een molecuul of een atoom, waarbij het totale aantal elektronen niet gelijk is aan het totale aantal protonen, waardoor het atoom een netto positieve of negatieve elektrische lading krijgt. Nu, als het ion wordt gevormd door een verlies van elektronen, wordt een positieve lading ontwikkeld, en als het wordt gevormd door de versterking van elektronen, dan wordt een negatieve lading aan het deeltje gegeven. Dit hele proces wordt ionisatie genoemd.
Bij ionisatie wordt het ion met een netto positieve lading erop aangeduid als 'positief ion' of 'kation'. Kation is een ion dat een groter aantal protonen heeft dan elektronen. Het wordt gevormd wanneer het neutrale ion zijn ene elektron uit de valance-schaal verliest en het aantal protonen in de kernen hoger wordt dan het aantal elektronen in de buitenste schil. En vanwege het minder aantal elektronen, wordt een positieve lading bereikt door het ion.
Beide, anionen en kationen kunnen verder worden verdeeld afhankelijk van de meerdere ladingen. En alle bovenstaande voorwaarden worden gebruikt voor enkele kosten. De positieve ionen en negatieve ionen zijn gedifferentieerd in de onderstaande tabel.
Vergelijking tussen een positieve ion en een negatieve ion:
Positieve Ion | Negatieve ionen | |
Definitie | Een atoom of een molecuul dat negatief geladen is, dwz meer elektronen heeft dan protonen. | Een atoom of een molecuul dat positief geladen is, dwz meer protonen heeft dan elektronen. |
Netto Charge | Het is een negatief nettolader. | Het is een positieve netto lading ion. |
ionisatie | Dit proces is exotherm van aard. | Dit proces is endotherm van aard. |
Elektrode | Tijdens elektrolyse wordt het aangetrokken door de anode. | Tijdens elektrolyse wordt het aangetrokken door de kathode. |
Gevormd door | Ze worden gevormd door elektronen aan te trekken. | Ze worden gevormd door elektronen te verliezen. |
Ook aangeduid als | anion | Kation |
Elementtype | Non-metaal | Metaal |
Voorbeelden | Sulfide, fluoride, chloride, bromide, jodide, nitride en hydride. | Natrium, ijzer en lood. |