Belangrijkste verschil: neutronensterren zijn de samengevouwen kernen van enkele massieve sterren, gemaakt tijdens supernova-explosies. Pulsar is een roterende neutronenster, die sterk gemagnetiseerd is en die regelmatig pulsen van elektromagnetische straling uitzendt.
Hemellichamen creëren altijd nieuwsgierigheid. Wetenschappers en astronomen proberen altijd het onbekende te weten. We zijn ons er allemaal van bewust dat deze fascinerende wereld uit vele hemellichamen bestaat. Neutron-ster is er een van. Veel mensen verwarren een pulsar met een neutronenster. Een pulsar is echter een type neuronster. Alle pulsars zijn dus neutronensterren, maar alle neutronensterren zijn geen pulsars.
Neutronensterren zijn de uitgebrande sterren en ze gloeien niet. Tijdens de burn-out klapt de binnenkern van de ster ineen en brengt de protonen in contact met elektronen. Dit leidt tot het genereren van de elektronen-protonparen en uiteindelijk tot de neutronen. Ze worden dus genoemd als neutronensterren. Ze zijn slechts 10-15 km in termen van straal. Ze zijn heel fascinerend omdat ze worden beschouwd als een van de dichtste objecten die de mensheid kent. De extreme zwaartekracht in een neutronenster maakt de schaal extreem glad en glanzend. Je kunt je de massiviteit voorstellen, want het is meer dan de zon. Deze sterren kunnen soms worden waargenomen.
Enkele van de kenmerken van een neutronenster staan hieronder:
- Massa: Zijn massa wordt beschouwd als ongeveer 1, 4 maal de massa van de zon.
- Gebied: radium van 10 tot 15 km.
- Gewicht: een theelepel ervan zou ongeveer 10 miljoen ton wegen.
- Zwaartekrachtveld: intens
- Vluchtsnelheid: het is ongeveer 0, 4 maal de snelheid van de zon.
Een neutronenster wordt gevormd door alle bronnen van interne energieopwekking te gebruiken. Dus na verloop van tijd vertraagt de rotatie ervan en worden ook de magnetische velden beïnvloed. En uiteindelijk wordt het onzichtbaar.
Pulsar is een roterende neutronenster, die sterk gemagnetiseerd is en een straal van elektromagnetische straling afgeeft. Wanneer de neutronenster draait, stoot het deze stralingen uit die alleen worden gedetecteerd wanneer ze naar de aarde zijn gericht. Nu het draait, wijzen deze emissies met de periodieke tussenpozen op de aarde.
Deze radiogolven hebben de vorm van pulsen die toestanden aannemen en uitschakelen. Pulsars zenden geen stralen uit met afwisselende aan en uit toestanden, maar op Aarde lijken ze staten aan het veranderen te zijn
In 1967 werd de eerste pulsar ontdekt door Anthony Hewish en Jocelyn Bell in de Cambridge radio astronomy observatory. Het was een ontdekking die per ongeluk plaatsvond, terwijl de fonkelende radiobronnen door een programma voor observatie van radioastronomie werden bekeken.
Een neutronenster is dus een samengevouwen kern van een massieve ster. Een pulsar is een roterende neutronenster met een zeer intens magnetisch veld. De roterende pulsar straalt een stralingsbundel uit op de magnetische polen.