Belangrijkste verschil: een behoefte is alles wat essentieel is om te overleven. Al het andere dan nodig valt in de categorie van de behoefte die niet essentieel is voor basale overleving, maar gewoonlijk vereist is voor de vervulling van verlangens.
Enkele van de gemeenschappelijke behoeften omvatten onderdak, voedsel, water, kleding, enz. Warmte en elektriciteit zijn ook opgenomen in de categorie behoeften. Men moet zich richten op het vervullen van behoeften dan op het vervullen van wensen, omdat de noodzaak van primordiaal belang is. Behoefte wordt beschreven door een term die als noodzaak wordt genoemd. Maslow's hiërarchie van behoeften beschrijft vijf behoeften, variërend van fysiologisch, veiligheid, verbondenheid, waardering en uiteindelijk zelfverwezenlijking.
Vaak begrijpt een persoon het verschil tussen behoefte en behoefte niet. Daarom is het erg belangrijk om voorrang te geven aan behoeften die te wensen over hebben na het herkennen ervan. Want is nooit tevreden. Het heeft de neiging om een monsterlijke vorm aan te nemen voordat je echt begint na te denken over het overschrijden van wensen en ze als behoeften te beschouwen. Men zou praktisch genoeg moeten zijn en eerst aan de behoeften moeten spenderen en dan aan wensen. Wil is iets dat geassocieerd wordt met emoties in plaats van praktische benadering.
Het is erg belangrijk om een evenwichtsvergelijking tussen de twee te vinden, waarbij alle basisbehoeften eerst moeten worden behandeld, en dan kunnen sommige wensen ook worden bereikt zonder financieel of op een andere manier in de problemen te komen.
Vergelijking tussen behoefte en wensen:
Nodig hebben | Willen | |
Definitie | Dingen die nodig zijn om te overleven en adequaat te leven | Dingen met uitzondering van die geteld als behoeften. Het omvat de dingen die men wenst te bezitten |
Sleutel begrip | Noodzaak | Verlangen |
Voor het leven | Essentieel | Niet-essentiële |
Veelvoorkomende voorbeelden | Voedsel, huisvesting, kleding | Kostbare kleding kopen, uit eten in een chique, duur restaurant. |
Situationeel voorbeeld | Een persoon voelt zich dorstig en moet water drinken | Een persoon voelt dorstig en wil een bananenschok nippen |