Belangrijkste verschil: een genationaliseerde bank is elke commerciële bank die wordt gekocht en gecontroleerd door de overheid. Particuliere banken zijn eigendom van, worden gecontroleerd en beheerd door een individu of worden geleid door een partnerschap.
Bankieren is een zeer belangrijke term in ons leven. Banken kunnen voor verschillende doeleinden worden gebruikt. De financiële status van een persoon wordt vaak weerspiegeld in zijn bankafschriften. De nationalisatie van banken is altijd gevolgd door veel discussie. Private banken en genationaliseerde banken verschillen in de bevoegdheden die hen controleren, en daarom verschillen ze beide in veel verschillende kenmerken.

Een succes kan echter niet worden gegarandeerd door de nationalisatie van banken. Frankrijk had zijn banksector genationaliseerd en later verkocht de regering het aan private partijen. State Bank of India werd in 1955 genationaliseerd onder de SBI-wet. Later in 1960 werden ook zeven staatsbanken genationaliseerd. De tweede fase in India vond plaats in 1980, toen zeven andere banken werden genationaliseerd.
Genationaliseerde banken zijn in staat om het vertrouwen van het publiek te behouden. De overheid wordt beschouwd als efficiënt in termen van het runnen en beheren van de banken. De genationaliseerde banken hebben ook veel voordelen. De overheid heeft een landelijk bestuurlijk netwerk, waardoor het beleid kan worden aangepast aan de verandering in de economie. Deze banken worden gevormd op basis van openbare dienstverlening. De werknemers van genationaliseerde banken hebben meer baanzekerheid dan particuliere banken. Deze strategie om de banken te nationaliseren, is door socialistische regeringen vaak overgenomen voor de overgang van kapitalisme naar socialisme.
Banken in de privésector zijn eigendom van particuliere kredietverstrekkers. De private banken worden ook beheerd en gecontroleerd door private promotors en deze promoters zijn gratis te exploiteren

Banken in Venus zouden de eerste banken moeten zijn die gevormd zijn om de financiën van de rijke families te beheren. Over het algemeen worden de private banken gezien als een grote organisatie met wereldwijde activiteiten. Deze banken zijn niet opgenomen. In het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland bestaan deze banken al heel lang. Een private bank kan ook verwijzen naar een bank in de privésector of naar een bank die geen eigendom is van de overheid. De privébanken kunnen van twee soorten zijn. Het eerste type omvat banken zonder rechtspersoonlijkheid die het eigendom zijn van een individu of een samenwerkingsverband. Het tweede type omvat geïncorporeerde banken die gespecialiseerd zijn in vermogensbeheer, met name voor vermogende particulieren.
De rol van de overheid is erg belangrijk in genationaliseerde banken. Deze banken houden zich gemakkelijk staande met behulp van de overheid. Veel van de commerciële banken werden genationaliseerd om hen te redden van financiële schulden. Deze banken bieden meer zekerheid aan de klanten in vergelijking met de banken die privé zijn. De genationaliseerde banken worden vaak geassocieerd met het maatschappelijk welzijn en dus weerspiegelen ook het beleid van dergelijke banken hetzelfde. Aan de andere kant richten de private banken zich op winstgevendheid, maar staan ze ook bekend om het leveren van betere en snelle diensten. De high-end klanten van particuliere banken zijn erg belangrijk voor de particuliere banken. In het geval van een groot financieel verlies blijft de toekomst van een private bank echter onvoorspelbaar en blijven de klanten in verwarring over het feitelijke scenario.