Belangrijkste verschil: Levende dingen tonen de kenmerken van het leven zoals ademhaling, voortplanting, groei, beweging en aanpassing aan en aanpassing aan de omgeving, terwijl niet-levende dingen precies tegenovergesteld zijn aan levende wezens. Niet-levende dingen vertonen geen kenmerken van een levend wezen.
De entiteiten om ons heen kunnen worden ingedeeld in levend of niet-levend. Leven, zoals uit de naam ervan blijkt, definieert de kenmerken van het leven en een niet-levend ding vertoont geen enkel kenmerk zoals dat van een levend wezen. Menselijke wezens, dieren en planten zijn allemaal levende wezens. Er zijn veel kenmerken die een levend ding definiëren en bij afwezigheid van deze kenmerken wordt het een niet-levend iets.
Een ding kan zowel levend als niet-levend zijn, dus alle dingen die niet in de categorie van een levend iets vallen, is een niet-levend ding, bijvoorbeeld een tafel, een boek, een steen, water enz. Niet-levende dingen kunnen tentoonstellen een of twee kenmerken van een levend wezen, maar het leven vertoont alle kenmerken van een levend wezen. Een niet-levend ding vertoont geen groei. Een niet-levend wezen kan zich niet voortplanten en kan niet reageren op enige vorm van prikkels. We kunnen dus de definitie van een niet-levend ding samenvatten door te zeggen dat een niet-levend object niet groeit, eet, ademt, reproduceert of reageert op stimuli. Enkele voorbeelden van niet-levende objecten zijn rotsen, vulkanen, grond, tafels, stoelen en speelgoedauto's.
We kunnen dus besluiten door te zeggen dat beide precies tegenovergesteld zijn aan elkaar. Het is belangrijk om te vermelden dat weinig niet-levende dingen zoals wolk, vuur en water een of twee eigenschappen kunnen vertonen op levende wezens, maar dit maakt hen niet tot een levend ding. Levende dingen zijn complex van aard en in attributen dan vergeleken met niet-levende dingen.