Belangrijk verschil: alfatests vormen de eerste fase van softwaretests na ontwikkeling. Bètatests worden uitgevoerd nadat de software is geslaagd voor alfatests.
Het ontwikkelingsproces van elke toepassing omvat een reeks rigoureuze tests om ervoor te zorgen dat het programma aan de vereisten voldoet en geen fouten bevat die later tot kleine problemen of ernstige problemen kunnen leiden. Doorgaans zijn er twee teststadia voordat enige software als succesvol wordt beschouwd: de alfatests en de bètatests.
De alpha-test is het eerste deel van het testen. De software moet alfatesten doorstaan om door te gaan naar bètatests. Als de software niet slaagt voor alfatests, wordt deze opnieuw geïntroduceerd en opnieuw getest totdat deze is geslaagd. Meestal worden alfa- en bètatests uitgevoerd nadat het formele testplan met succes is voltooid. Alfa is de eerste letter in het Griekse alfabet, bèta is de tweede.
Alfatests worden uitgevoerd door de gebruikers binnen de organisatie die de software ontwikkelt. Het wordt gedaan in een laboratoriumomgeving, zodat gebruikersacties kunnen worden gemeten en geanalyseerd. Het doel hiervan is om de mogelijkheden van echte gebruikers te meten en de software te gebruiken voordat deze voor het grote publiek kan worden vrijgegeven. Alfatests omvatten unit-testen, componenttesten en systeemtesten. De ontwikkelaars gebruiken debugger-software of hardwaregebaseerde debuggers, die helpen om bugs in het systeem snel te vangen.
Zodra de software alfatests doorstaat, is deze klaar voor bètatests. Bètatests worden beschouwd als pre-release testen en worden gedaan voorafgaand aan de commerciële release. Het is de laatste fase van testen. Wanneer de software bètatests doorstaat, kan deze vervolgens met succes worden vrijgegeven aan het grote publiek.
Beta-testen helpt ook bij het configureren van de klantondersteuningsbronnen en -processen die nodig zijn na de lancering. Het helpt ook om het publiek een voorproefje van de software te geven, wat helpt om een buzz te creëren voordat de software wordt uitgebracht. Als het publiek de software leuk vindt, zullen ze dit bespreken met hun collega's, plaatsen op hun sociale netwerksites, blogs, enz. En zo het product allemaal op hun eigen manier promoten.
Zowel de alfa- als bètatests zijn cruciale componenten van het algehele softwaretestproces. Ze moeten er allebei voor zorgen dat de software vrij is van fouten en fouten en feilloos of zo foutloos mogelijk werkt.