Belangrijk verschil : het bovenstaande wordt gedefinieerd als het voorzetsel dat de hoogte aangeeft, bovenop of hoger dan. Omhoog wordt gedefinieerd als een stelling die de beweging aangeeft van een lagere positie naar een hogere positie.

Boven is een voorzetsel, gebruikt voor het aangeven van een hoger positieniveau in of op. Het wordt vaak beschreven als een bijwoord dat aangeeft klaar te zijn voor een activiteit, intensiteit, voltooiing van een actie, een plaats waarnaar wordt verwezen, boven de horizon, hoger in prijs, etc. 'Omhoog' wordt gebruikt in de zin van verticale richting, naar een bron en vereist geen object. Het wordt gebruikt om iets of iets hoger te maken dan de oorspronkelijke positie. Een paar voorbeelden:
- Ik wil de berg op wandelen.
- De koffieprijzen stegen opnieuw.
- Hij ging op de dobbelsteen.
In de eerste zin wordt 'omhoog' gebruikt als referentie voor het naar de top van de berg gaan zoals in het derde voorbeeld. In het tweede voorbeeld verwijst het naar de 'hoge prijs'.

Hierboven staat een voorzetsel dat wordt gebruikt om een vaste locatie aan de ene of andere kant te beschrijven tot een bepaald punt. Het wordt beschreven in een hogere hoeveelheid of graad, hoger dan of voorafgaand aan, gerespecteerd voor, luider en hoger dan, in plaats van, etc. het stelt dat het ene hoger is dan het andere, met een verschil tussen beide. Het vereist een object en weerspiegelt de relatie tussen de twee objecten. Een paar voorbeelden:
- Ik woon boven de 1e verdieping.
- De vlieg vloog boven haar hoofd. Of de vlieg zweefde boven haar hoofd.
- Ik hou van jou boven alle anderen.
Het eerste voorbeeld gebruikt 'boven' in termen van afstand. In het tweede voorbeeld kunnen zowel boven als boven elkaar worden gebruikt, afhankelijk van de referentie van het object. Derde voorbeeld gebruikt 'boven' in termen van voorkeur.
Vergelijking tussen Boven en Boven:
Bovenstaande | omhoog | |
Definitie | Het wordt gebruikt om de vaste locatie aan de ene of andere kant te beschrijven tot op zekere hoogte. | Het wordt gebruikt voor het aangeven van een hoger niveau van positie in of op. |
karakteristiek | Het weerspiegelt de relatie tussen twee objecten. | Het geeft een gevoel van verticale richting. |
Voorwerp | Het vereist een object. | Er is geen object voor nodig. |
Voorbeeld | De lamp wordt boven de tafel geplaatst. | Jack ging de heuvel op. |